30-11-2017

Overpeinzingen bij Georg Trakl (5)


Tot aan zijn vroege dood werd Georg Trakl door angsten overvallen. In 1923 schreef Marsman hierover in De Gids: 'Langzaam en gestadig sterker beslopen hem de duistere angsten, die in hem sliepen, en zo overmanden hem de visioenen van angst en ontzetting die hem uit een gezicht, uit een bloem, onverhoeds en altijd konden bespringen.'
Trakls ervaringen in de kinderjaren, de verslaving aan drugs en alcohol die al in zijn gymnasiumjaren begon, de innige relatie die hij met zijn vier jaar jongere zus Grete onderhield – niet uit te sluiten is dat de twee een incestueuze verhouding hadden – krijgen al snel een tragische geladenheid tegen de achtergrond van de op handen zijnde ondergang van de Donaumonarchie. Dat zijn de biografische gegevens die Trakls poëzie wat toegankelijker maken.

Toch is het verhaal dat uit het werk van deze dichter spreekt ook zonder die voorkennis fascinerend genoeg om er door ontroerd te raken. Dat komt door de persoonlijke beeldtaal die, gevoegd bij de vrij-ritmische taal van de latere gedichten, al vlug een gevoelsstemming van bijzondere schoonheid oproept. De gedichten ontroeren doordat de dichter het tedere zo drastisch naast het onherroepelijke weet te plaatsen. Arcadische momenten en fragmenten met angst- en schuldgevoelens wisselen elkaar af. 'Voll Harmonien ist der Flug der Vögel’  klinkt het, maar een paar regels verder lezen we al: 'Schon dämmert die Stirne dem sinnenden Menschen.’ Weg beeld van vliegende vogels, alle aandacht voor de in diep gepeins verzonken mens! 

(wordt vervolgd)

Uit: Frans Budé, Het perfecte licht. Uitgeverij Scorpio, Eckelrade 1999


Geen opmerkingen: