04-06-2017

Over Fernando Pessoa (4)




Hier in deze straten moet hij gelopen hebben. ‘Wat rest iemand als ik, die leeft en geen leven weet te hebben?’ Ik hoor het hem zeggen. En een blok verder: ‘Ik vraag mij af hoeveel mensen ooit met de blik die het verdient gekeken hebben naar een lege straat met mensen erin (...). Zodra men het één keer heeft gezien, kost het geen moeite meer om het te begrijpen.’
De Rua Augusta, op dit uur dat de zon zich breed op de daken van de stad heeft gelegd, is zo’n straat. De dure winkels zijn tot na de siësta dicht, slenterende toeristen maken de straat triest en leeg. Een jongetje, verzonken in de spiegelruit van een modezaak, gebaart naar zichzelf, hij buigt zijn hoofd alle kanten op, zijn ogen blijven zijn bewegingen in de spiegeling van de etalage volgen. Zo ongeveer als toeschouwers bij een tv-programma die zichzelf op het grote scherm in de zaal zien even de uitzending vergeten en onderzoekend met een hand over hun wang gaan, of op een andere manier iets geks proberen. Ze veinzen achteloosheid, ondertussen zijn ze met elke vezel van hun lijf gericht op wat komen gaat. Het jongetje voor het modemagazijn maakt nu danspasjes, hij weet dat ik hem zie. Voor en achter hem kuieren mensen door zijn beeld, pas als hij tegen het centenbakje van zijn moeder botst is hij weer terug op straat.


 frb


Uit: Het perfecte licht, Uitgeverij Scorpio Eckelrade, 1999



Geen opmerkingen: