31-12-2016

Over Ernst Meister (4)


Ernst Meister heb ik in zijn werken leren kennen als de man van angst en twijfel, van liefde en hartstocht. Als de zoekende dichter-schrijver-schilder voor wie de oorlogsjaren een gruwel waren en die zich voor altijd in zijn psyche nestelden. Ook als de lijdende, vaak oververmoeide, depressieve, slechtziende, bijna blinde man. Tegelijk is hij ook de fijngevoelige intellectueel die de eeuwigheid tracht te doorgronden in een diepgaand meditatief onderzoek naar de wortels van het menselijk bestaan. En vooral niet te vergeten: de dichter van de compacte taal waardoor hij niet altijd tot de makkelijkste dichters wordt gerekend maar desondanks de wereldpoëzie met bijzonder intrigerende gedichten heeft verrijkt – fonkelende parels die tot lang na zijn dood zullen schitteren.
Wat die dood aangaat, deze door Ton Naaijkens en Jan Gielkens in 1982 vertaalde dichtregels staan voor altijd in mijn geheugen gegrift: ‘Je sterft op / je gemak of toevallig’. En zo gebeurt het dat hij op 15 juni 1979 tegen zeven uur ‘s avonds, kijkend naar een reportage over het leed in Nicaragua getroffen wordt door een hartstilstand, de woorden ‘wie schrecklich’ nog op de lippen... Twee dagen voor zijn plotselinge dood had zijn zoon Reinhard hem nog het nieuws gebracht dat hem de prestigieuze Büchnerprijs was toegekend. De rouwkaart die twee dagen later door de familie wordt verstuurd, draagt in het motto de bezieling van Meister uit:

                                  Geist zu sein
                                  oder Staub
                                  Dasselbe im All.

In nog geen tien woorden hebben de achterblijvenden de meest diepliggende intentie van een geheel oeuvre samengevat.
Met Alle schepen kenteren is in 2013 dankzij de kwaliteiten en de inspanningen van Ton Naaijkens en diens uitgever AFdH een boek van grote waarde toegevoegd aan de schatkamer van vertaalde poëzie.


Geen opmerkingen: